Floralia-verenigingen in de 19de eeuw

Beschaving door kamerplant in Nederland

In Nederland kreeg de kamerplant een onverwacht grote rol toebedeeld binnen het negentiende-eeuwse beschavingsoffensief. Al bleef deze glansrol grotendeels beperkt tot de jaren '70 van de negentiende eeuw. Toen beleefden zogenaamde Floralia-verenigingen in Nederland namelijk hun bloeiperiode. Floralia waren verenigingen die het houden van kamerplanten door 'minvermogenden' bevorderden. Dit om het contact met de natuur en daarmee de beschaving van het gewone volk te stimuleren. Als extra stok achter de deur konden mensen prijsjes winnen op de jaarlijkse tentoonstelling.


 

Carl Larsson (SE) - Bloemenvenster, 1894.

 

De opkomst van de kamerplant

De geschiedenis van de kamerplant begint feitelijk pas halverwege de negentiende eeuw. Daar waren verschillende redenen voor, maar het was beslist ook een gevolg van de grootschalige urbanisatie van de westerse wereld, die rond die tijd steeds meer vorm kreeg.

De angst het contact met de natuur te verliezen door het leven in de stad, greep om zich heen. De kamerplant was één van de middelen die dat tegen moest gaan. Een ontwikkeling die in eerste instantie vooral post vatte onder de hogere klassen.

Al snel vond men dat al snel niet afdoende. Volksopvoeders, met name in Noord-Europa, meenden dat juist ook de lagere stadse klassen gebaat waren bij natuur in huis en besloten initiatieven te ontwikkelen om de kamerplant ook naar de arbeiderswoning te brengen. In Nederland kreeg dat vorm in de zogenaamde Floraliaverenigingen.

 

Romeinse Floralia

De naam Floralia stamt uit de Romeinse tijd, toen ermee werd verwezen naar een jaarlijks terugkerend bloemenfeest ter ere van Flora, godin van bloemen, planten en vruchtbaarheid. Dit feest vond op 27 of 28 april plaats. Tijdens het keizerrijk werden er ook Ludi Florae oftewel bloemenspelen georganiseerd die zes dagen duurde.

Het feest had een los en vrolijk karakter en was meer bedoeld voor het gewone volk ('de plebejers') dan meeste andere Romeinse feesten. De godin zelf werd voorgesteld als een meisje met een bloemenkrans om haar hoofd.

 

Hobbe Smith (NL) - Floralia. 1898. Zwierige afbeelding van een Romeins Floralia feest. Of er nu wel of niet blote danseressen te zien waren tijdens dit feest is onzeker. 

 

De oprichting van Floralia-verenigingen

Het begon in 1871 met een bloemist uit Zwolle. Hij wilde de levens van de stedelijke onderklassen 'opwekken' met gratis bloemen. Er kwam een organiserend comité dat Flora werd genoemd. De leden hiervan deelden in het voorjaar bloemzaadjes uit en organiseerde aan het eind van de zomer een tentoonstelling. Daar kon men de opgekweekte bloemen tonen en de beste exemplaren kregen een prijsje.

Hierna volgden vergelijkbare initiatieven, waarbij vaak ook stekjes van planten werden uitgedeeld in plaats van bloemzaadjes. Dat wel tegen een lage, vooral symbolische prijs. Het was overigens geen strikt Nederlandse bedoening, want ook in Engeland kwamen vergelijkbare initiatieven van de grond.

In ieder geval werd het idee in 1873 opgepikt door de Amsterdamse predikant Marie Adrien Perk. Deze richtte een vereniging op die het weggeven van stekjes en het houden van tentoonstellingen structureel ging organiseren. Als naam voor de vereniging werd Floralia gekozen, naar de bloemenfeesten uit de Romeinse tijd. Officieel heette het als volgt: Floralia, Vereeniging tot Volksontwikkeling door het kweeken van planten.

Dit initiatief kreeg veel navolging. Al snel waren er vergelijkbare verenigingen door heel Nederland.

 

Marie Adrien Perk, 1895.

 

Hooggespannen verwachtingen

Tegenwoordig begrijpen wij dat het verzorgen van planten een leuke bezigheid kan zijn, maar dat het niemand tot een compleet ander mens zal maken. Daar dacht men destijds anders over. Kamerplanten waren nog een relatief nieuw fenomeen, waardoor men nog niet goed wist wat je er werkelijk aan had. Daardoor was het gemakkelijk er bijzonder hooggespannen verwachtingen van te hebben.

Deze verwachtingen betroffen met name het volgende:

  • Een verbeterde mentaliteit van de arbeidende klasse. Ruw gedrag en egoïsme (de hogere klassen zelf volkomen vreemd natuurlijk) zouden worden omgezet in toewijding, zorgvuldigheid, orde, regelmaat, netheid en tenslotte zelfs vriendelijkheid en tevredenheid. Tevens zou men meer gevoel krijgen voor schoonheid en waardering voor de natuur ontwikkelen.

  • Een sfeervoller huishouden voor arbeiders. Volksverheffers stelden zich voor dat het complete arbeidersgezin zich in blijde saamhorigheid over het kweken van de plantjes zou buigen, waardoor de onderlinge band tussen de gezinsleden zou worden versterkt. Tevens zou het slonzige interieur van de arbeidswoning er een stuk aangenamer op worden.

 

Lovis Corinth (D) - Dame bij goudvis-aquarium, 1911. Op dit schilderij wordt duidelijk een link gelegd tussen het beschaafde gedrag van de lezende vrouw en de weelderige, natuurlijke inrichting van haar woonkamer. 

 

Door de combinatie van beide ontwikkelingen dacht men bovendien allerlei uithuizige gewoonten tegen te kunnen gaan. Jongeren zouden het vandalisme afzweren, vrouwen zouden zich eindelijk thuis gaan bekommeren om een net huishouden en mannen zouden zich dan als vanzelf nooit meer hoeven bedrinken in de kroeg. Zo geraakte de arbeider letterlijk en figuurlijk van de straat.

Om dat alles extra kracht bij te zetten werden de meeste Floralia tentoonstellingen tegelijkertijd met de lokale kermis georganiseerd. Dat was immers de meest walgelijke van alle uitspattingen van de onderklassen en het was goed daar iets beschaafds voor in de plaats te stellen

Overigens waren niet alle initiatiefnemers zulke hemelbestormers. Er waren er ook met veel bescheidener verwachtingen. Die zagen de Floralia voornamelijk als 'druppelen die den steen uithollen'.

 

Aanmelding en kweekperiode

In het voorjaar herinnerde de Floralia-verengingen de doelgroep in advertenties en strooibiljetten aan hun bestaan en aan het feit dat er weer goedkope stekjes besteld konden worden. Een gezin kon dan opgeven hoeveel plantjes het wilde hebben.

Enige tijd later kon men de stekjes dan ophalen en beginnen met het opkweken ten behoeve van de tentoonstelling. Het ging daarbij vooral om gemakkelijk te kweken planten als de fuchsia, begonia en geranium.

Tijdens de kweekperiode controleerde de vereniging op bedrog door onaangekondigde huisbezoeken af te leggen en de planten te merken. Op die manier wilde men voorkomen dat bloemisten en andere professionals de tentoonstelling zouden misbruiken voor eigen promotie.

 

In dit bericht uit de Dordtse Courant worden bloemisten en tuiniers opgeroepen stekjes voor de lokale Floralia te leveren. Februari 1882

Aankondiging uit Leiden dat men kwitanties voor het verkrijgen van de planten kan afhalen, 1887.

 

De tentoonstelling

Eind augustus of begin september werd de tentoonstelling georganiseerd. Die duurde een dag of twee. Vooral in de beginjaren van de Floralia werd hij voorafgegaan door een grootste opening met toespraken en een optreden van de harmonie.

De tentoonstelling zelf was niet zo spannend. Plantjes van een aantal maanden oud zijn nog niet al te indrukwekkend. Meestal waren er rijen lange tafels vol met amper van elkaar te onderscheiden exemplaren. De winnaars vonden later een gekleurd kaartje terug in hun pot. Zij werden geselecteerd op 'netheid' en 'kloekheid'.

De prijsuitreiking ging opnieuw gepaard met toespraken. Daarbij werd het de deelnemers op het hart gedrukt vooral door te gaan zichzelf op deze manier te 'ontplooien'. De prijzen bestonden meestal uit geld, huishoudelijke artikelen of getuigschriften.

 

Aankondiging voor de Floralia tentoonstelling in Arnhem die van 15-17 september 1882 zal plaatsvinden.

 

Getuigschrift van de Floralia tentoonstelling in Leiden uit augustus 1879 aan iemand die zowel een 1ste, 2de als 9de prijs heeft gewonnen.

 

Waren de Floralia succesvol?

In relatie tot de doelstellingen die de organisatoren hadden, waren de meeste Floralia natuurlijk niet zo succesvol. Niemand is ooit een compleet ander persoon geworden door het bezit van een kamerplant. En de arbeidende klasse transformeerde al zeker niet in zijn geheel tot een wat armere tak van de bourgeoisie.

Dat leidde ertoe dat eind jaren '70 een aantal organisatoren teleurgesteld of zelfs verbitterd afhaakte en er soms zelfs hele verenigingen werden opgedoekt. Hier waren echter niet alleen de zogenaamd ondankbare arbeiders schuld aan. De steun die de organisatoren in eigen kring kregen, viel ook tegen. Vermoedelijk vonden veel zielsverwanten andere onderdelen van de volksopvoeding, zoals bijvoorbeeld scholing of het verbeteren van woon- en werkomstandigheden, toch iets belangrijker.

Uiteindelijk hadden de organisatoren bepaalde mislukkingen echter ook aan zichzelf te wijten. Zoveel moeite als ze deden om op bedrog te controleren, zo weinig moeite deden ze om aan de onwetende stadse arbeider uit te leggen hoe ze het opkweken van een stekje nu precies moesten aanpakken. Dat betekende dat menig stekje nooit een plantje zou worden of dat het treurige eindresultaat met goed fatsoen niet naar de tentoonstelling kon worden gebracht. Iets dat het zelfvertrouwen van de doelgroep ongetwijfeld niet ten goede kwam.

Maar niet alle organisatoren of andere progressieve liberalen waren negatief over wat er werd bereikt. Velen bleven met een goed gemoed geloven dat de Floralia wel degelijk aan hun doelstellingen voldeden en iets positiefs brachten in het arbeidersgezin.

 

Pagina uit een Duits kamerplantenboek, 1885-1890. De aanschaf van dergelijke boeken had voor arbeiders alleen zin als ze ook konden lezen, wat vaak niet het geval was.

 

Teruggang

Uiteindelijk hebben de Floralia een decennium lang best goed gedraaid. De respons was aanvankelijk redelijk groot, al was dat mogelijk meer om de prijzen dan om de plantjes. Na de jaren '70 zakte de zaak geleidelijk aan in, hoewel in de jaren '80 nog een redelijk aantal verenigingen bleven draaien. Daarna worden het er echt veel minder. Niet alleen omdat organisatoren afhaakten, maar juist ook omdat de arbeiders afhaakten.

De redenen daarvoor zijn niet helemaal duidelijk. Misschien was het nieuwtje er gewoon vanaf. Misschien ook konden arbeiders door toenemende welvaart hun eigen plantjes kopen en waren de prijsjes die men kon winnen niet meer zo interessant.

Helemaal verdwenen de Floralia overigens nooit. Op tal van plaatsen bleven groepjes liefhebbers achter die er een meer coherente vereniging van maakten. Sommige van die verenigingen bestaan nu nog steeds. Vanzelf organiseren deze geen tentoonstellingen voor 'den werkenden stand' meer, maar andere leuke activiteiten waar iedereen aan mee kan doen.

 

Childe Hassam (VS) - Geraniums , 1888/1889.

 

 

Bronnen

  • Helsloot J., -  'Bloemen en planten als wapen in het 19de-eeuwse beschavingsoffensief.' in: Spiegel Historiael, jaargang 27, nummer 2, februari 1992
  • Krusemeijer J. e.a. - ' Tussen opvoeding en liefhebberij. De ontwikkeling van de kamerplantcultuur in Nederland (1850-1940).'  In: I. Stroucken red. - 'Geschiedenis van de kamerplant.' Utrecht 1991
  • Wikipedia (nl.wikipedia.org) - 'Floralia (Romeins feest)' (14-8-2019)
  • Wikipedia (en. wikipedia.org) - 'Floralia' (14-8-2019)

Afbeeldingen

 

Deze pagina is gepubliceerd op 24 oktober 2013 en het laatst gewijzigd op 16 augustus 2019.